Kerkgebouwen
Op deze pagina kunt u informatie vinden over onze kerk, de geschiedenis, ons verenigingsgebouw Vita Nova en de kosters.
kosters
De kosters van onze gemeente zijn:
A. de Bakker | Juliana van Stolberglaan 7 | 06 13458267 |
J. Joppe | Klampenmeet 34 | 48 36 59 |
J. Knape | Groene Zoom 78 | 48 49 56 |
G. Pille | Pimpelmees 6 | 48 79 17 |
D. Wittekoek | De Goede Ree 1 | 06 20496794 |
verenigingsgebouw vita nova
Van Aerssenstraat 5
3245 BC Sommelsdijk
T 0187-482510
Beheerder en contactpersoon:
dhr. G. Pille
Pimpelmees 6
T 0187-487917 / 0612766070
email:
vitanova@hervormdsommelsdijk.nl
Het gebouw is oorspronkelijk gebouwd door de Zondagsschoolvereniging van Sommelsdijk om te dienen voor de bijeenkomsten met de kinderen op zondag. In 1959 is het gebouw verkocht aan de kerkvoogdij. Dit werd gedaan omdat de exploitatie een te zware last werd voor de vereniging. Het gebouw is vervolgens aangepast aan de behoeften van een verenigingsgebouw en kreeg de naam “Vita Nova”, dat "Nieuw Leven" betekent.
Het gebouw is in de jaren die erop volgen regelmatig verbouwd en opgeknapt. Ook is de zolder uitgebreid met een knutselzolder die men name door de jeugd gebruikt wordt.
Er is nieuw meubilair geplaatst en de benedenzaal is voorzien van een nieuwe vinyl vloerbekleding en geheel geschilderd in gezellige kleuren. Tevens is er isolerende beglazing aangebracht.
Geschiedenis
Het is ondoenlijk om de gehele geschiedenis van onze kerk weer te geven op deze site. Wellicht dat later een grotere samenvatting gegeven kan worden. Het is ook mogelijk dat een bezoeker van deze site een aanvulling kan doen of andere interessante informatie kan verstrekken. De redactie houdt zich aanbevolen voor deze informatie. U kunt dit mailen naar redactie@hervormdsommelsdijk.nl. Wij hebben deze informatie ontleend aan het boek "Te zijner tijd zullen wij maaien" door oud-archivaris P. van Driel. Dit boek is uitgegeven ter ere van het jubileum 1499 - 1999 van ons kerkgebouw.
Ontstaan
De Heerlijkheid Sommelsdijk behorende tot het Zeeuwse gebied "Beoosten de Schelde" werd in 1406 op Sint Martijnsdag (11 november) in pacht uitgegeven aan Pieter Claes Janszoon als een gebied van schorren en slikken. In 1417 werd het gebied door Jacoba van Beieren opnieuw uitgegeven onder voorwaarde dat het een "onbesterfelijk erfleen" zou blijven voor haar en haar nakomelingen. In 1428 werd Philips de Goede, Graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen tevens eigenaar van de Heerlijkheid Sommelsdijk. In 1611 kwam de Heerlijkheid in bezit van Francois van Aerssen, een gunsteling van Prins Maurits, en bleef in diens familie tot ze in 1825 vererfde op Arnold van der Duyn, Heer van 's-Gravenmoer en Mierde. Deze verkocht haar weer aan David van Weel, lid van de Provinciale Staten en wonende te Dirksland. In 1805 werden de leenrechten voorlopig vernietigd en werd Sommelsdijk bij Zuid-Holland ingelijfd.
Bestaanswijze
Sommelsdijk was steeds een welvarend dorp en voor de toenmalige begrippen ook vrij groot. In 1777 wonen er in het dorp 1467 mensen. Men leefde van de landbouw, van de handel en van de scheepvaart. Al vroeg was er een haven die uitmondde in het Haringvliet (en de Noordzee) via het Dirkslandse Sas. Door verzanding was een andere haven nodig. Vanaf 1807 liep de haven via de haven van Middelharnis.
De kerk
Met de bouw van de kerk is een aanvang gemaakt in 1464 volgens opdracht van Adriaan van Borsele. Deze man had bepaald in de uitgiftebrieven voor de bedijking van het Oudeland (polder) dat de bedijkers een kerk moesten bouwen tot eer van God en de Maagd Maria. De kerk is in 1499 gereedgekomen. Er was toen sprake van een kruiskerk, dus met de toren in het midden. In 1632 is deze kerk afgebrand en in 1635 weer herbouwd. In 1799 is de kerk opnieuw afgebrand en in 1809 is de kerk weer in gebruik genomen en ingewijd door Ds. J. Montijn. In 1817 zijn toren en klokken hersteld. De toren is toen aan de westzijde gebouwd. De jaren 1979 - 1983 staan in het teken van de restauratie van het kerkgebouw tot de staat waarin het zich nu bevindt.
De kerkelijke gemeente
De kerk is van voor de Reformatie dus in de eerste periode was er sprake van een Roomse gemeente die geleid werd door een pastoor en een kapelaan. De eerste bekende pastoor was Theodorus Gau die in 1573 nog leefde. In die periode zijn diverse mensen vanwege onroomse gevoelens gedood. De Reformatie kon echter ondanks vervolgingen niet tegengehouden worden en in 1573 of 1574 werd Sommelsdijk toegewijd aan de Nije Leer (nieuwe leer). De eerste voorganger was Ds. A.F. de Stuer zo blijkt uit de notulen van de Classis Brielle. De gemeente is vervolgens steeds onderdeel geweest van de Nederlandse Hervormde Kerk zoals deze in later tijden is gaan heten. Uit de historie blijkt dat dit met de nodige strijd en moeiten gepaard is gegaan. We noemen diverse oorlogen, kerkscheuringen en de watersnoodramp van 1953. In 2004 is er sprake geweest van een fusie tussen de Gereformeerde Kerken, de Nederlandse Hervormde kerk en de Evangelisch Lutherse Kerk tot de Protestantse Kerken in Nederland. Het grootste deel van Hervormd Sommelsdijk is meegegaan in deze fusie en heeft zich voortgezet als Hervomde Gemeente van Sommelsdijk binnen de PKN. De andere groep is uitgetreden en verder gegaan als Hersteld Hervormde Kerk. Opnieuw voltrok zich een kerkscheuring.
De geschiedenis van onze kerk; een chronologisch overzicht
Toen Sommelsdijk bedijkt werd, was een van de voorwaarden in de uitgiftebrief dat de bedijkers een kerk hadden te bouwen. En zo geschiedde het. In mei 1499 werd het kerkgebouw "toegelegd" (overdekt).
De eerste brand
Tot 1624 bleef het gebouw in stand. In dat jaar brandde de kerk af. Hoe dat kwam? Het antwoord lezen we in de geschiedenisboeken. De latere luitenant-admiraal van Holland en West-Friesland Piet Pieterszoon Heyn (beter bekend als Piet Hein) veroverde in dat jaar San Salvador in Brazilië. Binnen de Republiek was de feestvreugde algemeen en niet het minst in Sommelsdijk. Men vierde uitgebreid feest met als trieste gevolg dat het dorp inclusief kerkgebouw grotendeels afbrandde.
Door een gezamenlijke inspanning van bevolking, kerkbestuur, dorpsbestuur en polderbestuur werd in 1632 met de herbouw begonnen. Op 2 juni 632 werd door de baljuw en tevens dijkgraaf Van Dalem de eerste steen daartoe gelegd. De kerkmuren waren grotendeels intact gebleven. Er werd een nieuwe, grotere toren gebouwd op de plaats waar de huidige toren staat. Op 3 juli 1635 werd de kerk herbouwd opgeleverd. Om de herbouw te financieren waren obligaties uitgegeven tegen "penning 16" d.w.z. tegen een rente van 6,25 %. De laatste obligatie werd op 2 juli 1704, dus 69 jaar later voldaan.
De tweede brand
Het gebouw hield stand tot 1799. Toen raakte de boel weer in brand. Overspringende vonken deden een schuur vlam vatten. Uiteindelijk raakten kerk en toren in brand. Nu bleef de toren grotendeels intact. De toenmalige bestuurders bleven ook toen niet bij de pakken neerzitten. Maar de tijden waren wel slecht. Toch kwam het geld voor de herbouw weer bij elkaar. Ook Koning Lodewijk Napoleon gaf een gift. Op 7 juli 1807 kon de kerk weer in gebruik worden genomen. De toren werd op 28 september 1817 opgeleverd.
De restauratie
In 1975 meenden kerkvoogden dat het kerkgebouw aanzienlijke gebreken ging vertonen. Er werd een commissie gevormd uit kerkvoogden, notabelen en enkele gemeenteleden. Men rapporteerde dat het kerkgebouw dringend aan restauratie toe was. Hetzelfde jaar nog ging een eerste brief naar de Rijksdienst voor de monumentenzorg. Het dak bleek de hoogste prioriteit te hebben. Lekkages traden steeds meer op. Ook op andere onderdelen bleek de toestand van het gebouw niet al te beste te zijn. Restauratie op korte termijn was het advies.
De gemeente had intussen de kerktoren aan een nauwgezet onderzoek onderworpen. Ook de toren bleek dringend aan restauratie toe te zijn. Een eresaluut aan de Gemeente voor het aanpakken van deze restauratie. Hierdoor kon de kerkvoogdij niet achterblijven met de aanpak van het gebouw zelf. Resultaat van deze arbeid was dat in 1980 toren en kerkendak totaal gerestaureerd waren. Aansluitend kon worden doorgegaan met de restauratie van de buitenkant van de kerk en vervolgens werd het interieur van de kerk onder handen genomen. In 1983 was de restauratie geheel voltooid zodat op 7 oktober van dat jaar de kerk door Mr. Vrolijk, de toenmalige commissaris van de koningin in Zuid-Holland, weer in gebruik kon worden gesteld. In 1987 werd vervolgens het orgel geheel gerestaureerd.
Tot besluit
Tot zover deze impressie over de historie van onze gemeente. Meer informatie is verkrijgbaar bij de kerkrentmeesters van onze gemeente.